Natuur volgens Dirk: insectentijd
Insecten zijn er in alle mogelijke soorten, denk aan vlinders, bijen,kevers, libellen enz. Er zijn al zowat een miljoen soorten van bekend en regelmatig worden nog nieuwe soorten ontdekt. Er zijn ook lastposten bij, die kriebelaars, die het vooral op warme zomerdagen ons weleens knap lastig kunnen maken, ook tijdens een tochtje roeien. Daarom iets over insectenbeten of -steken.
Insectenbeten of -steken zijn in twee categorieen te verdelen en wel: De steek of beet ter verdediging en de beet of steek uit bloeddorst.
Tot de insecten, die een beet of steek uit verdediging uitdelen, behoren de wesp, de bij, de hommel en de mier. De wesp is in deze categorie wel de meest bekende. Er zijn vele soorten van, waarvan sommige hun nest in de grond maken; andere maken een nest in bomen of struiken, maar ook in openingen (bijv. spouwmuren) in onze huizen en schuren. Als je vlakbij het nest komt, vallen ze je soms massaal aan en loop je een flink aantal steken op. Dat kan ook gebeuren, als je op het nest trapt van in de bodem levende wespen. Daarom zijn er speciale bedrijven, die deze nesten op verzoek verwijderen als ze in of rond de woning zitten en de omgeving onveilig maken. Mensen, die in het groen werken, stuiten ook met enige regelmaat op een wespennest. Toen ik nog bij Landschap Noord-Holland werkte, maakten we zoiets ook wel eens mee, met name op het landgoed Beeckesteijn te Velsen, waar we dikwijls maaiwerk langs de lanen uitvoerden.
Andere stekende insecten, zoals bijen en hommels, zijn over het algemeen minder agressief en steken alleen, als ze in nood zitten, bijv. klem, als je er op gaat zitten of iets vastpakt, waar een bij op blijkt te zitten. Een wesp kan meermalen steken, maar de bij verliest bij een steek haar angel en gaat dan dood. Ze verdedigt niet zichzelf, maar de kolonie en offert daarvoor haar leven op. Ook de hommel kan steken, maar doet dit, evenals de bij, alleen als ie in nood zit. Wellicht daarom komen hommelsteken niet vaak voor en soms wordt wel gedacht, dat een hommel niet kan steken, maar dat fabeltje leer je wel af, als je een keer gestoken bent!
Mieren zijn er in allerlei soorten en maten, zoals de rode bosmier, de wegmier, de tuinmier en de oranjerode veenmier. In onze tuinen hebben we het meest te maken met tuin- en wegmieren. Wespen, bijen en hommels hebben een angel aan de achterkant van hun lijf, waarmee ze een steek kunnen uitdelen, maar de mieren kunnen bijten en spuiten dan wat mierenzuur, een bijtend organisch zuur, in het wondje. Als pijnstiller wordt dan vaak ammoniak toegepast, want dat reageert basisch (tegenstelling van zuur) en neutraliseert het mierenzuur tot ammoniumformiaat. Veenmieren zijn klein, maar kunnen gemeen bijten! De beet is beduidend pijnlijker dan van de tuinmier. Ze leven op veeneilandjes, met name in niet te natte veenmosrietland en vormen grote kolonies van duizenden mieren. Bij beheerswerk, bijv. het kappen van ongewenste opslag van braam en boompjes ten behoeve van de vaak bijzondere flora (bijv. zonnedauw, heidesoorten, veenbes) kunnen ze het de werkers erg lastig maken, want ze kruipen overal tussen en bijten dan in gevoelige lichaamsdelen, zoals penis en testikels. Evenals wespen, lijken ze wel geprogrammeerd om hun belager (elk groot dier, dus ook een mens) zo veel mogelijk pijn te doen. Dat heeft een functie, want de vijand moet weggejaagd worden. En dat lukt ze aardig, want als je door een zwerm wespen wordt aangevallen, maak je wel dat je wegkomt!
Van de insecten, die uit bloeddorst steken, is de mug wel het meest bekend. Maar ook de teek en verschillende soorten horzels zuigen bloed van zoogdieren. De teek is een klein insect, dat wel wat op een kleine spin lijkt. Hij bijt zich in de huid van de gastheer (mens of (huis)dier) en zuigt bloed, waarbij (als de teek besmet is met de Boreliabacterie) ze de ziekte van Lyme kan veroorzaken. Er bestaan speciale tangetjes om een vastzittende teek te verwijderen. Wie door een teek is gebeten, moet de dag van de beet onthouden en de gebeten plek in de gaten te houden. Bij besmetting van de ziekte van Lyme treedt er na een of meer weken vaak (echter niet altijd!) een rode ring van pakweg 10 cm doorsnee op. Ga in dat geval spoedig naar de dokter, want in dit vroege stadium is de ziekte nog goed te behandelen met antibiotica.
Muggen zijn er in vele soorten, varierend van de grote langpootmug tot de kleine mugjes of knuit (knutjes). Die komen vnl. in en bij kleine poelen voor. En steken vooral bij vochtig, benauwd warm zomerweer vaak en soms massaal, zeker als er onweer op komst is. Ze worden dan ook wel onweersbeestjes genoemd.
Een mug heeft een steekorgaan, waarmee ze een gaatje in de huid van de gastheer boren en zuigen zo het bloed op van een doorboord bloedvaatje. Dan zwelt tijdens het zuigen het lichaam helemaal op en is dan rooddoorschijnend geworden. Als je weinig gestoken wordt en weinig weerstand hebt ontwikkeld, krijg je vaak een dikke bult, die vnl. veroorzaakt wordt door een stof, die de mug tijdens de steek in je lichaam spuit om stollen van je bloed te vertragen. Maar als je als buitenmens vaak wordt gestoken, dan ontwikkel je een zekere weerstand tegen bultvorming en soms merk je dan niet eens, dat er een mug zit te steken. (Er zit een vlieg op je kuit! - Was dus een mug, die zich helemaal vol had gezogen!)
Tenslotte de horzels. Ook hiervan zijn vele soorten. De meest bekende is de kleine, bruine horzel, die het ons tijdens het roeien op warme zomerdagen vaak lastig kan
maken. Haast onhoorbaar landt ze ergens op je blote huid on een prik uit te delen en bloed te zuigen. Ook de horzel gebruikt daarbij antistollingsstof, wat een jeukende bult veroorzaakt. Naast de bruine horzel is er ook een soort, die lijkt op een kleine wesp en ook algemeen voorkomt. Ook de grote paardenvlieg is een horzelsoort, die vooral op
runderen en paarden parasiteert, maar ook mensenbloed niet versmaadt, als het haar zo uitkomt. De horzels komen vooral op je af, als je huid nat is, bijv. van het zweet of na het zwemmen. Waar de mug een uitgesproken steekwapen heeft, is de horzel uitgerust met een klein freesorgaantje, waarmee het insect een klein schraapwondje in de huid van de gastheer maakt en het vrijkomende bloed uit de haarvaatjes
oplikt. Ze leven van oorsprong op de grote grazers, die hier oorspronkelijk leefden. Die hadden een zeer taaie, leren huid, waar zelfs een mug haast niet doorheen kan prikken. Daarom schrapen ze de opperhuid open en boren zo wel wat haarvaatjes aan. De grote wilde grazers hebben plaats gemaakt voor koeien, paarden en ander vee (en ook
dus mensen.....) en zo gaat de cyclus ook in onze tijd gewoon door. Bij zowel de horzels als de muggen zijn het uitsluitend de vrouwtjes, die bloed zuigen. Zij immers moeten voor nageslacht zorgen en daarvoor zeer veel eitjes leggen. Immers, verreweg de meeste insecten worden opgegeten door vogels, vleermuizen, andere insecten enz. Om zich als soort te handhaven, zijn er vele nakomelingen nodig en om dat alles te produceren, hebben de dames onder de insecten veel extra voedsel nodig, vooral eiwit en dat vinden ze o.a. in het bloed van zoogdieren.
Dirk
When you subscribe to the blog, we will send you an e-mail when there are new updates on the site so you wouldn't miss them.
Reacties