ROEIVERENIGING DE WHERE
een sportieve vereniging voor jong en oud

       GRATIS PROEFLESSEN!

3 minuten leestijd (566 woorden)

De natuur volgens Dirk 8: Braakbal

​Roofvogels zijn vleeseters en werken hun prooidier soms met huid en haar naar binnen. Dat gebeurt vooral met muizen, insecten en andere kleine dieren. Grotere prooien worden op de grond bij stukjes en beetjes naar binnen gewerkt, waarbij onverteerbare resten als botjes, haar en huid achterblijven.

Ook vogels kunnen slachtoffer worden van deze jagers en ook deze prooien worden kaalgeplukt en blijven de veren en botten liggen. Vanwege het verenpak zijn (ook kleine) vogels niet geschikt om in zijn geheel naar binnen te werken, maar andere kleine dieren worden met huid en haar verslonden. Roofvogels hebben een maag met sterk maagzuur en krachtig werkende enzymen, waardoor de prooi zo goed mogelijk kan worden verteerd. Haren en botjes zijn echter ook in dat maagmengsel onverteerbaar en hopen zich op in de maag. Van tijd tot tijd braakt de vogel deze resten via de bek weer naar buiten. Dat doet hij niet vliegend, maar zittend op een boomtak. Zo vormt hij de z.g. braakballen. Ze zijn meestal niet mooi rond, maar enigszins langwerpig en doorgaans grijs van kleur (door het haar). Oplettende wandelaars zullen ze wel eens aantreffen onder een boom.

Toen onze ploeg enige jaren geleden nog de Purmersnerttocht roeide, legden we tijdens de ochtendpauze aan bij het park in braakballen_pvh3-10983Ilpendam. Daar vond ik onder een boom een paar braakballen en inderdaad waren daarin botjes, schedeltjes en muizentandjes te zien!

Op de Poelboerderij te Wormer worden soms dergelijke braakballen uitgeplozen, waarbij dan een deskundige uitleg geeft, bijv. tot welke soort muizen die botjes hebben toebehoord. Het uitpluizen van braakballen is echt een priegelig geduldwerkje, maar het levert wel interessante gegevens op over het voorkomen van diverse soorten muizen in een bepaald gebied. Zo kun je in braakballen, die in de omgeving van veenweidegebieden worden gevonden (bijv. het Jisperveld of het Ilperveld ) vaak resten aantreffen van de noordse woelmuis.

Een aparte diergroep vormen de spitsmuizen. Het zijn kleine, zwarte diertjes, waarvan er meerdere soorten bestaan. Kenmerkend zijn het lange snuitje met een sterk ontwikkeld reukorgaan, want ze leven in de grond en vinden hun weg op de geur: Ze kunnen zeer goed ruiken. Het zijn watervlugge beestjes, die eigenlijk geen knaagdieren zijn, maar vleeseters; ze leven van kleine bodemdieren, die ze al ruikend opsporen. Ze zijn eerder verwant aan de mol dan aan de muis, die tot de knaagdieren (planteneters) behoort. Vanwege het ontwikkelde reukorgaan, wijkt de vorm van het schedeltje af van de knaagdieren; het is wat langer en zo kun je uit de resten van een braakbal nagaan of er schedelbotjes van spitsmuizen in voorkomen. Ook andere muizen en prooidieren hebben zo hun eigen kenmerken, het vergt veel kennis, maar levert zo interessante conclusies op over de samenstelling van de fauna en het menu van de roofvogels, die in een bepaalde streek leven.

In het Ilperveld, vlak bij Den Ilp ligt een verwilderd moerasbosje, dat in kringen van natuurbeheerders van Landschap Noord-Holland wel het 'Restaurant' wordt genoemd. Daar liggen veel resten van prooidieren, die niet geheel worden verslonden, maar, nadat ze elders zijn gevangen, naar die plek worden gesleept en daar kaalgegeten. Vaak zijn vogels het slachtoffer, maar soms ook hazen. Als je veel in de natuur werkt, tref je wel vaker zulke resten aan en merk je hoe in de natuur de dood bij het leven hoort. En krijg je ook inzicht in de dagelijkse strijd om het bestaan, die plant en dier moeten voeren om te overleven.

Dirk Molenaar

×
Blijf op de hoogte

When you subscribe to the blog, we will send you an e-mail when there are new updates on the site so you wouldn't miss them.

 

Reacties

Er zijn nog geen reacties gegeven. Wees de eerste die een reactie geeft
Al een account? Hier aanmelden
zaterdag, 19 juli 2025

Webredactie/kopij

Heb je nieuws of foto's
voor de website?

E-mail naar