ROEIVERENIGING DE WHERE
een sportieve vereniging voor jong en oud

       GRATIS PROEFLESSEN!

4 minuten leestijd (834 woorden)

De natuur volgens Dirk 6: Herfst

​De dagen korten, de R is weer in de maand en de nachten worden langer en kouder, kortom 't is weer voorbij, die natte zomer. De natuur maakt zich op voor de winter.

Zover is het nog niet, maar de meeste gewassen zijn uitgebloeid en vormen zaad en vruchten. Het duidelijkst is dit te zien bij de lisdodde of rietsigaar. De bruine, een cm dikke sigaren van de kleine lisdodde (Typha angustifolia) en de dikkere, zwarte vruchten van de grote lisdodde (Typha latifolia) sieren de oevers van de ringvaart. Hier en daar bloeit nog een kattestaart (Lytrum salicaria) en moerasandoorn (Stachys palustris) en een enkele gele wederik (Lysimachia vulgaris), maar de meeste gewassen zitten in het zaad. De driekantige 'augurken' van de gele lis (Iris pseudacorus) hangen in trossen boven het water. Als deze vruchten openbarsten, komen de platte, bruine zaden vrij en drijven her en der naar toe. De lis laat zijn zaad via het water verspreiden. De grote egelskop (Sparganium erectum) draagt zijn stekelige vruchten op een rechtopstaande stengel tussen de ruim een meter lange bladen. De haagwinde (Calystegia sepium) bloeit nog met de witte bloemen, die in de volksmond piespotjes heten. En het bitterzoet (Solanum dulcamara) vormt tot ver in het najaar zijn blauwe bloemetjes met gele meeldraden, maar we zien ook de groene (onrijpe) en de rode (rijpe) bessen, als we de plant van nabij bekijken. Bitterzoet is een nachtschadesoort en alzo familie van de aardappel, tomaat en de paprika.

Veel planten laten hun zaad door de wind verspreiden. Denk aan de esdoorn, de es of de linde, waarvan de zaden met vleugeltjes zijn uitgerust. De paardebloem vormt zaad met pluisjes, maar ook veel andere planten doen het zo. Het leverkruid (koninginnekruid - Eupatorium cannabinum) vormt pluizige zaadbollen en het forse, harig wilgeroosje (Epilobium hirsutum), waarvan we nog wat roze bloemen zien, raakt langzamerhand onder het pluis van haar eigen zaadjes, die vrijkomen als de dunne, langwerpige vricht openbarst en het pluizige zaad vrijkomt.
Lang niet al het zaad waait ver weg. Door de regen of ochtenddauw, maar ook door spinnenwebben (de plant is sterk vertakt, dus een goed aanknopingspunt voor spinnen om hun web te weven) blijft veel zaad aan de plant plakken, waardoor deze een pluizige aanblik krijgt in het naseizoen.

Het zoutgehalte van het water en de bodem heeft veel invloed op de flora. Nu het IJsselmeerwater zoet is en de ringvaarten hiermee worden doorgespoeld, verdwijnt de typische brakwaterflora steeds meer en verschijnen er meer planten, die zoet water nodig hebben, zoals de wederik en de dotterbloem (Caltha palustris). Ooit groeide hier langs de oevers het lepelblad (Cochlearia officinalis), een zoutminnende plant, die ooit als geneesmiddel tegen scheurbuik werd toegepast, want ze bevat veel vitamine C en gebrek hieraan veroorzaakte, vooral bij zeelieden op hun lange reizen naar de tropische kolonieen o.a. deze ziekte. Het lepelblad is al zo'n tien jaar weg langs onze roeiwateren, maar in de polders komt het plaatselijk nog voor langs de sloten. En in de Wieringermeerpolder, waar zoute kwel voorkomt, is het nog een algemeen voorkomend gewasje.

Langs onze vaarten rukt de dotterbloem op, een typische voorjaarsbloeier, maar soms bloeit hij ook nog eens in september. Enkele jaren geleden heb ik in deze maand enkele bloeiende exemplaren langs de ringvaart gezien. Het water van het Noordzeekanaal en haar zijkanalen (waaronder de Voorzaan te Zaandam, waar de roeiafdeling van de ZZV is gevestigd) is nog behoorlijk brak en daar groeien de zeeasters volop aan de oevers. Evenals de meeste tuinasters bloeit ook deze wilde aster in het vroege najaar (aug.-sept.) en staan er thans (half september) nabij het botenhuis van ZZV een aantal volop in bloei. Ze worden wel tot ruim 1,5m hoog en evenals de meeste composieten (grote plantenfamilie, o.a. Dahlia, Chrysant, Margriet, Madelief enz.) wordt het zaad ook door de wind verspreid en op diverse planten zit ook vanaf nu steeds meer pluis!

 Tot slot nog wat over de dieren en wel de vleermuis.
Deze vliegende insecteneters houden een winterslaap, want 's-winters zijn er geen vliegende insecten en moeten ze maanden zonder voedsel zien te overleven. Maar nu zijn ze nog volop in de weer en kunnen we ze rond de schemering waarnemen, vooral waar flinke bomen staan, maar ook in nieuwbouwwijken cirkelen ze soms hun rondjes tussen de huizen. Ook langs de bomen op de Wheredijk zijn ze te zien; ik heb ze dikwijls zien fladderen in de tijd, dat onze ploeg nog 's-avonds roeide en we rond de schemer weer naar huis gingen. Bij fladderen denk je aan wat onbeholpen vliegen, maar in werkelijkheid kunnen vleermuizen zeer snel wenden. Dat is ook wel nodig, want hun prooi zit ook niet stil en recente onderzoekingen hebben aangetoond, dat sommige insecten het ultrasonische geluid, dat deze zoogdieren uitzenden om op de echo hun prooi, maar ook obstakels als boomtakken bijv. te localiseren, kunnen horen. Bij een naderende vleermuis klapt zo'n insect de vleugels in, waardoor het een
eindje naar beneden valt en de predator soms mishapt. Dat is op filmpjes, opgenomen met infraroodcamera's, inderdaad wel eens aangetoond!

Dirk Molenaar

×
Blijf op de hoogte

When you subscribe to the blog, we will send you an e-mail when there are new updates on the site so you wouldn't miss them.

 

Reacties

Er zijn nog geen reacties gegeven. Wees de eerste die een reactie geeft
Al een account? Hier aanmelden
zaterdag, 19 juli 2025

Webredactie/kopij

Heb je nieuws of foto's
voor de website?

E-mail naar